Dit is een thematische concordantie van de Openbaring van Johannes zoals vertaald door de Christos Vertaling. Dit woordregister kan helpen bij het zoeken naar verbanden in de eindtijd profetie, ook bij andere bijbelvertalingen.
Er wordt nog steeds aan gewerkt en wordt steeds meer uitgebreid. Voor het laatst bijgewerkt: 21-06-2025.
Staat er een sterretje * vermeld achter een woord of term, dan betekend dit dat alle vindplaatsen in de tekst van de Openbaring van Johannes in volledigheid vermeld staan. Zonder sterretje wil zeggen dat ik het woord of term nog aan het onderzoeken ben en er mogelijk nog vindplaatsen bij vermeld gaan worden.
144 duizendtallen, honderd veertig-vier duizendtallen
7:4, 14:1, 14:3, 14:4
Aionen αἰών*
1:6, 1:18, 4:9, 4:10, 5:13, 5:14, 7:12, 10:6, 11:15, 14:6, 14:11, 15:7, 19:3, 20:10, 22:5
Aioon, altijd durende goede boodschap*
14:6
Aionen van de aionen, foltering tot in de*
14:11, 19:3, 20:10
Aionen van de aionen, koning-zijn tot in de*
1:6, 5:13, 7:12, 11:15, (22:5)
Aionen van de aionen, leeft, levend, die leeft*
1:18, 4:9, 4:10, 5:14, 10:6, 15:7
Alpha Α*
1:8, 1:11, 21:6, 22:13
Alpha en de Omega*
1:8, 1:11, 21:6, 22:13
Amen, Laat het zo zijn ἀμήν*
1:6, 1:7, 1:18, 5:14, 7:12, 19:4, 22:20, 22:21
Amen, Werkelijk ἀμήν*
7:12
Amen als naam van de Christos ἀμήν*
3:14
Antipas ἀντιπᾶς*
2:13
Autoriteit van Draak aan het eerste Beest
13:2, 13:4, 13:5, 13:7, 13:12
Autoriteit als koningen
17:12, 17:13
Autoriteit over de naties
2:26
Autoriteit over het offeraltaar vuur
14:18
Autoriteit over de slagen
16:9
Autoriteit, een boodschapper met
18:1
Autoriteit van de dood
6:8, 20:6
Autoriteit zoals schorpioenen
9:3
Autoriteit om onrecht te doen
9:10, 9:19
Autoriteit over weer en wateren
11:6
Autoriteit over het Hout van het Leven
22:14
Beest omhoog uit de zee, tien hoorns, zeven hoofden, naam van blasfemie nieuwe Europa na het tweede zegel en de zeeramp en één geslacht koninkrijk
12:3, 13:1, 13:2, 17:12
Beest omhoog uit de grond, twee hoorns uit de Verenigde Staten van Amerika ontstane rijk door grondstoffen
13:11
Beoordelingen, beoordeling van God, Christos κρίσις, zie ook: Oordelen*
14:7, 16:7, 18:10, 19:2
Berg ὄρος*
6:14
Bergen ὄρος*
6:15, 6:16, 16:20
Berg, brandend geworpen*
8:8
Berg Sioon*
14:1, 21:10
Bergen, zeven*
17:9
Betrouwbare Christos*
3:7, 3:14, 6:10, 19:11
Betrouwbare beoordelingen*
16:7, 19:2, (15:3)
Betrouwbare wegen*
15:3
Betrouwbare woorden*
19:9, 21:5, 22:6
Beving σεισμός
6:12, 8:5, 11:13, 11:19, 16:18
Bewaken als: toezicht houden τηρέω (zie ook Waken, als: niet slapen)*
1:3, 2:26, 3:3, 3:8, 3:10, 12:17, 14:12, 16:15, 22:7, 22:9
Bewaken, Christos zal iemand bewaken*
3:10
Bewaken, van de profetie, opdrachten van God, kledingstukken, woorden van dit geschrift*
1:3, 12:17, 14:12, 16:15, 22:7, 22:9
Bewaken, woord van Christos, woord van mijn volharding*
3:8, 3:10
Bewaken zoals aangenomen*
2:26, 3:3
Bijeenkomsten, bijeenkomst ἐκκλησία*
1:4, 1:11, 1:20, 2:1, 2:7, 2:8, 2:11, 2:12, 2:17, 2:18, 2:23, 2:29, 3:1, 3:6, 3:7, 3:13, 3:14, 3:22, 22:16
Bloed αἷμα*
1:5, 5:9, 6:10, 6:12, 7:14, 8:7, 8:8, 11:6, 12:11, 14:20, 16:3, 16:4, 16:6, 17:6, 18:24, 19:2, 19:13
Bloed, gemengd zijnd met*
8:7
Bloed, geworden van wateren, zee tot*
8:8, 11:6, 16:3, 16:4 = 16:6 bloed om te drinken (8:8 tweede krijgstrompet, zesde kairos) (16:3 tweede schaal, zesde kairos) (16:4 derde schaal, vijfde kairos)
Bloed van Christos, lammetje*
1:5, 5:9, 7:14, 12:11, (19:13)
Bloed, van geslachtofferden, van heiligen, van profeten, van zijn slaven*
6:10, 16:6, 17:6, 18:24, 19:2
Bloed van kuip*
14:20 (14:20 zesde vliegende boodschapper, zesde kairos)
Bloed, zoals*
6:12,
Boodschapper, boodschappers ἄγγελος*
1:1, 1:20, 2:1, 2:8, 2:12, 2:18, 3:1, 3:5, 3:7, 3:14, 5:2, 5:11, 7:1, 7:2, 7:11, 8:2, 8:3, 8:4, 8:5, 8:6, 8:7, 8:8, 8:10, 8:12, 8:13, 9:1, 9:11, 9:13, 9:14, 9:15, 10:1, 10:5, 10:7, 10:8, 10:9, 10:10, 11:1, 11:15, 12:7, 12:9, 14:6, 14:8, 14:9, 14:10, 14:15, 14:17, 14:18, 14:19, 15:1, 15:6, 15:7, 15:8, 16:1, 16:3, 16:4, 16:5, 16:8, 16:10, 16:12, 16:17, 17:1, 17:7, 18:1, 18:21, 19:17, 20:1, 21:9, 21:12, 21:17, 22:6, 22:8, 22:16
Boodschappers bij de troon*
3:5, 5:11, 7:11, 14:10
Boodschappers in het zenit*
8:13, 14:6, 14:8, 14:9
Boodschapper in de zon*
19:17
Boodschapper met autoriteit en glorie*
18:1
Boodschapper met geschriftenbundel*
10:1, 10:2, 10:3, 10:5, 10:6, 10:8, 10:9, 10:10, 10:11
Boodschapper met gouden wierook schaal*
8:3, 8:4, 8:5
Boodschapper met grendel van de Onmetelijkheid*
20:1, 20:2, 20:3
Boodschappers met krijgstrompetten*
8:2, 8:6, 8:7, 8:8, 8:10, 8:12, 8:13, 9:1, 9:13, 9:14, 10:7, 11:15
Boodschapper met Onthulling*
1:1, 22:6, 22:16
Boodschapper met Zegel van God bij opgang*
7:2
Boodschapper van de Onmetelijkheid*
9:11
Boodschapper van de wateren*
16:5
Boodschappers uit de tempel*
14:15, 14:17, 14:18, 14:19
Boodschappers uit het offeraltaar*
9:13, 14:18, 16:7 (9:13 zesde trompet, tweede kairos) (14:18 zesde vliegende boodschapper, zesde kairos) (16:4 t/m 16:7 derde schaal, vijfde kairos)
Boodschapper, sterke*
5:2, 10:1, 10:2, 10:3, 10:5, 10:6, 10:8, 10:9, 10:10, 10:11, 18:21
Boodschappers van Michaël*
12:7
Boodschappers van de draak*
12:7, 12:8, 12:9
Boodschappers, vier bij de vier hoeken van de Grond*
7:1, 7:2
Boodschappers, vier bij de Euphraat*
9:14, 9:15
Boodschappers, zeven van de bijeenkomsten*
1:20, 2:1, 2:8, 2:12, 2:18, 3:1, 3:7, 3:14
Boodschappers, zeven met schalen met de uiterste slagen, de boosheid van God*
15:1, 15:6, 15:7, 15:8, 16:1, 16:2, 16:3, 16:4, 16:8, 16:10, 16:12, 16:17, 17:1, 17:7, 19:10, 21:9, 22:8, 22:9
> één uit de zeven met schalen die de ontuchtpleegster en het nieuwe Jeroesalem toont*
17:1, 17:3, 17:7, 17:15, 19:9, 19:10, 21:9, 22:8, 22:9 = die op de troon = Christos
= Boodschapper met riet
11:1, 21:9, 21:15, 21:16, 21:17, 22:1, 22:6 = 17:1 boodschapper met schaal
Boosheid θυμός, woede ὀργή / ὀργίζω van God en lammetje* (woede = zesde zegel, zesde kairos)
6:16, 6:17, 11:18, 14:10, 14:19, 15:1, 15:7, 16:1, 16:19, 19:15
Boosheid, woede lasteraar*
12:12, 12:17
Boosheid ontuchtpleegster*
14:8, 18:3
Branden, καίω, zie ook: Platbranden*
4:5, 8:8, 8:10, 19:20, 21:8
Branden, fakkels van vuur*
4:5
Branden, berg door vuur*
8:8
Branden, grote ster als een fakkel*
8:10
Branden door vuur en zwavel*
19:20, 21:8
Bronnen van wateren gemaakt*
14:7
Bruid en bruidegom in ontuchtpleegster*
18:23
Bruid van het lammetje*
21:2, 21:9, 22:17
Charis, Charisma χάρις*
1:4, 22:21
Corona op het hoofd van met de zon omkleedde vrouw*
12:1
Corona op het hoofd van die lijkt op een mensenzoon*
14:14
Corona van het leven, jouw corona*
2:10, 3:11
Corona's van de vierentwintig ouderen*
4:10
Corona aan die op het witte paard*
6:2
Corona's, zoals*
9:7
Dabid, grendel van*
1:18, 3:7, (9:1, 20:1)
Dabid, David, wortel van* (lammetje = Jehsoe)
5:5, 22:16
Dief κλέπτης*
3:3, 16:15
die is en die was en die komt 1:4*
die is en die was en die komt 1:8
die was en die is en die komt 4:8
die is en die was en die komt 11:17
die is en die was en die zijn zal 16:5
die was en niet is 17:8
die, iets was, niet is, hoewel het er is 17:8
Die overwint*
2:7, 2:11, 2:17, 2:26, 3:5, 3:12, 3:21, 21:7
Dode mensen νεκρός*
1:5, 1:17, 1:18, 2:8, 3:1, 11:18, 14:13, 16:3, 20:5, 20:12, 20:13
Dode mensen, bloed als van*
16:3
Dode mensen, eerstgeborene uit de*
1:5, 1:18, 2:8
Dode mensen, gelukkige*
14:13
Dode mensen, oordeel van*
11:18, 20:5, 20:12, 20:13
Dode mensen, zoals*
1:17, (3:1)
Doden ἀποκτείνω, zie ook: slachtofferen*
2:13, 2:23, 6:8, 6:11, 9:5, 9:15, 9:18, 9:20, 11:5, 11:7, 11:13, 13:10, 13:15, 19:21
Doden door het beest*
13:15
Doden door mes*
13:10
Doden door twee getuigen*
11:5
Doden in de dood, doden tot de tweede dood*
2:23
Doden, niet*
9:5
Doden van Antipas*
2:13
Doden van die witte gewaden ontvangen*
6:11
Doden van twee getuigen*
11:7
Doden van veel mensen*
6:8 op het vierde van de Grond (vierde zegel, vierde kairos)
9:15 derde van de mensen door vier boodschappers bij de Euphraat (zesde krijgstrompet, tweede kairos) (zelfde als 9:18, 9:20?)
9:18, 9:20 derde van de mensen door vuur, rook en zwavel (zesde krijgstrompet, tweede kairos) (zelfde als 9:15?)
11:13 zevenduizend in grote stad door beving
12:16 dodenrijk opent de mond, veel volk verdwijnt daarin
19:21 alle dan nog levende mensen
Dood θάνατος*
1:18, 2:10, 2:11, 6:8, 9:6, 12:11, 13:3, 13:12, 18:8, 20:6, 20:13, 20:14, 21:4, 21:8
Dood, als ter dood brengen θάνατος > θανατόω*
6:8, 18:8
Dood gepersonificeerd Thanatos θάνατος*
1:18, 6:8, 9:6, 20:13, 20:14
Dood, niet gepersonificeerd θάνατος*
2:10, 12:11, 13:3, 13:12, 21:4
Dood, tweede*
2:11, 2:23, 20:6, 20:14, 21:8
Donderslagen βροντή*
4:5, 8:5, 10:3, 10:4 2 maal, 11:19, 16:18 komt zeven maal voor
Donderslagen, als*
19:6
Donderslag, geluid als van* stem van Christos
6:1, 14:2
Droogte, geen regenbui*
11:6, 14:15
Dorst-hebben διψάω*
7:16, 21:6, 22:17
Eerstgeborene πρωτότοκος*
1:5
Eiland νῆσος*
(1:9,) 6:14, 16:20
Eind τέλος
1:8, 21:6, 22:13
Eind van Christos zijn werken*
2:26
Eind, kop en*
1:8 , 21:6, 22:13
Dichtbij, moment ἐγγύς*
1:3, 22:10
Euphraat εὐφράτης*
9:14, 16:12
Fakkel, fakkels λαμπάς*
4:5, 8:10
Farmacie, pharmaceia* (zie Van Dale woordenboek voor vertaling uit Grieks en verklaring)
9:21, 18:23, 21:8, 22:15
Geest, geest, geesten πνεῦμα*
1:4, 1:10, 2:7, 2:11, 2:17, 2:29, 3:1, 3:6, 3:13, 3:22, 4:2, 11:11, 13:15, 14:13, 16:13, 17:3, 18:2, 19:10, 21:10, 22:17
Geest aan evenbeeld van het beest*
13:15
Geesten πνεῦμα*
1:4, 3:1, 4:5, 5:6, 16:13, 16:14
Geesten, drie onreine*
16:13, 16:14, (18:2)
Geesten, zeven* = zeven fakkels van vuur = zeven hoorns en zeven ogen weggezonden naar heel de Grond
1:4, 3:1, 4:5, 5:6
Geesten, onreine*
16:13, 16:14
Geest, iedere onreine*
(16:13, 16:14) 18:2
Geest, in*
1:10, 4:2, 17:3, 21:10
Geest van de profetie*
19:10
Geest van leven vanuit God*
11:11
Geest, wat die zegt aan de bijeenkomsten*
2:7, 2:11, 2:17, 2:29, 3:6, 3:13, 3:22
Geest, zegt*
14:13, 22:17
Gelukkige mensen, gelukkig is*
1:3, 14:13, 16:15, 19:9, 20:6, 22:7, 22:14
Gepeupel ὄχλος*
7:9, 17:15, 19:1, 19:6
Gepeupel, veel, in witte gewaden*
7:9, 19:1, 19:6
Gepeupel, wateren zijn*
17:15
Geschrift, dit*
1:11, 22:7, 22:9, 22:10, 22:18, 22:19
Geschrift, bij de rechter hand van die op de troon*
5:1, 5:2, 5:3, 5:4, 5:5, 5:7, 5:8, 5:9
Geschrift, Oeranos wordt opgerold als*
6:14
Geschrift van het leven*, papyrus van het leven
geschrift: 17:8, 20:12, 21:27, papyrus: 3:5, 13:8, 20:15, 22:19
Geschriften*
20:12
Geschriftenbundel*
10:2, 10:8, 10:9, 10:10
Getal ἀριθμός*
5:11, 7:4, 9:16, 13:17, 13:18, 15:2, 20:8
Getal als het zand der zee*
20:8
Getal van die verzegeld zijn is 144 duizendtallen*
7:4
Getal van zijn naam, van het beest*
13:17, 13:18, 15:2
Getal was (twee) ontelbaren van ontelbaren*
5:11, (9:16)
Getuige, Antipas mijn*
2:13
Getuige, Christos de*
1:5, 3:14
Getuigen, mijn twee*
11:3
Getuigen , mee, samengetuigen συμμαρτυρέω*
22:18
Getuigen van Jehsoe*
17:6
Getuigt, Christos*
22:16, 22:20
Getuigt, Joannes*
1:2
Getuigenverklaring, deze*
1:2, 1:9, 6:9, 12:11, 12:17, 19:10, 20:4
Getuigenverklaring van twee getuigen in de grote stad (Rome of Jeroesalem)
11:6, 11:7
God herinnert zich*
16:19, 18:5
Gratis δωρεάν*
21:6, 22:17
Grendel van de put van de Onmetelijkheid*
9:1, 20:1, zie ook: Dabid, grendel van
Groten*
6:15, 18:23, 19:18
Haast, in de*
1:1, 22:6
Haastig, ik kom* zie ook: Dief
2:5, 2:16, 3:11, 22:7, 22:12, 22:20
Haastig, komt een wee
11:14
Hades, zie ook Thanatos*
1:18, 6:8, (12:16,) 20:13, 20:14
Hagel
8:7, 11:19, 16:21
Heerser van koningen, Koning van koningen en Meester van meesters
1:5, 17:14, 19:16
Heilig, heilige ἅγιος
3:7, 4:8, 5:8, 6:10, 8:3, 8:4, 11:2, 11:18, 13:7, 13:10, 14:10, 14:12, 15:3, 16:6, 17:6, 18:20, 18:24, 19:8, 20:6, 20:9, 21:2, 21:10, 22:6, 22:11, 22:19
Heilige afgezanten*
18:20
Heilige boodschappers*
14:10
Heilige, Christos de*
3:7, 4:8, 6:10
Heiligen, de*
11:18, 13:7
Heiligen, bloed van de*
16:6, 17:6, 18:24
Heiligen, gebeden van de*
5:8, 8:3, 8:4
Heiligen, kampement van de*
20:9
Heiligen, koning van de*
15:3
Heiligen, rechtshandelingen van de*
19:8
Heiligen, vertrouwen van de*
13:10
Heiligen, volharding van de*
14:12
Heilige profeten*
22:6
Heilige stad, zie ook: Stad, de heilige,...*
11:2, 21:2, 21:10, 22:19
Heilig, worden*
22:11
Heilig zijn zij die*
20:6
Huil*
5:4, 5:5
Huilen*
18:9, 18:11, 18:15, 18:19
In geest*
1:10, 4:2, 17:3, 21:10
Inzicht
17:13, 17:17
Jehsoe Christos*
1:5, ook 22:16, 22:20, 22:21
Jehsoe Christos, getuigenverklaring van*
1:2, 1:9, 12:17, zie ook: Jehsoe, getuigenverklaring van
Jehsoe Christos, Meester*
22:21
Jehsoe Christos, onthulling van*
1:1
Jehsoe Christos, volharding van*
1:9
Jehsoe, bloed van die getuigen van*
17:6,
Jehsoe, getuigenverklaring van*
19:10, 20:4, zie ook: Jehsoe Christos, getuigenverklaring van
Jehsoe, ik*
22:16
Jehsoe, Meester*
22:20
Jehsoe, vertrouwen van*
14:12
Jeroesalem ἰερουσαλήμ*
3:12, 21:2, 21:10
Joannes, Johannes ἰωάννης*
1:1, 1:4, 1:9, 21:2, 22:8
Kledingstukken, kledingstuk
(3:4,) 3:5, 3:18, 4:4, 16:15, 19:13, 19:16
Koningen βασιλεύς, zie ook: Koning-zijn*
1:5, 1:6, 5:10, 6:15, 9:11, 10:11, 15:3, 16:12, 16:14, 17:2, 17:10, 17:12, 17:14, 17:18, 18:3, 18:9, 19:16, 19:18, 19:19, 21:24
Koning, boodschapper van de Onmetelijkheid als*
9:11
Koningen, autoriteit zoals*
17:12
Koningen, tien*
17:12
Koningen van de Grond*
6:15, 16:14, 17:2, 17:18, 18:3, 18:9, 19:19, 21:24
Koningen vanaf de opgangen van de zon*
16:12
Koningen, veel*
10:11
Koningen, vlees van*
19:18
Koningen, wij, zie ook: Koning-zijn, wij*
1:6, 5:10
Koningen, zeven
17:10
Koning van de heiligen
15:3
Koning van koningen, heerser van koningen*
1:5, 17:14, 19:16
Koning-zijn βασιλεύω, zie ook: Koning*
5:10, 11:15, 11:17, 19:6, 20:4, 20:6, 22:5
Koning-zijn, Christos, Meester God*
11:15, 11:17, 19:6, 20:4, 20:6
Koning-zijn, wij, zie ook:Koningen, wij*
5:10, 20:4, 20:6, 22:5
Koninkrijk βασιλεία*
1:9, 11:15, 17:12, 17:17, 17:18
Koninkrijk over de koningen van de Grond*
17:18
Koninkrijk van Christos*
1:9
Koninkrijken van de orde*
11:15
Koninkrijken van de tien koningen*
17:12, 17:17
Koninkrijk van het beest*
16:10
Kopen, gekocht ἀγοράζω*
3:18, 5:9, 13:17, 14:3, 14:4, 18:11
Kopen bij Christos*
3:18
Kopen, gekocht door Christos zijn bloed*
5:9, 14:3, 14:4
Kopen, zonder ingegrift merk*
13:17
Kopen, niemand koopt meer van de handelaren*
18:11
Krijgstrompetten, krijgstrompet, van de zeven*
8:2, 8:6, 8:13, 9:14 zie ook werkwoord: trompetten
Krijgstrompet, zoals*
1:10, 4:1
Krijsen κράζω*
6:10, 7:2, 7:10, 10:3, 12:2, 14:15, 18:2, 18:18, 18:19, 19:17
Krijsen van barende vrouw*
12:2
Krijsen van boodschapper*
7:2, 10:3, 14:15, 18:2, 19:17
Krijsen van de zielen, gepeupel*
6:10, 7:10
Krijsen van handelaren*
18:18, 18:19
Kuip*
14:19, 14:20, 19:15
Leeuw, gelijk aan, zoals, alsof
4:7, (6:1,) 10:3, 13:2
Leeuwen, zoals van*
9:8, 9:17
Leeuw uit de volksstam van Joeda*
5:5
Let niet op (mij)!*
19:10, 22:9
Let nu op!*
1:7, 1:18, 2:10, 2:22, 3:8, 3:9, 3:11, 3:20, 4:1, 4:2, 5:5, 5:6, 6:2, 6:5, 6:8, 6:12, 7:9, 9:12, 11:14, 12:3, 14:1, 14:14, 15:5, 16:15, 19:11, 21:3, 21:5, 22:7, 22:12
Levende wezens, vier*
4:6, 4:7, 4:8, 4:9*, 5:6, 5:8*, 5:11, 5:14, 6:1, 6:3, 6:5, 6:6, 6:7, 7:11, 14:3, 15:7*, 19:4*
Liefhebben ἀγαπάω*
1:5, 3:9, 12:11, 20:9
Liefhebben, Christos*
1:5, 3:9
Liefhebben, hun leven niet*
12:11
Liefhebben, stad die geliefd is*
20:9
Lucht*
9:2, 16:17
Maaltijd*
19:9, 19:17
Macht draak*
13:2
Macht, kleine
3:8
Macht koningen*
17:13
Macht ontuchtpleegster*
18:3
Macht, schijnen zon
1:16
Medeslaaf*
19:10, 22:9
Meer van het vuur en zwavel*
19:20, 20:10, 20:14, 20:15, 21:8
Merk, ingegrifte*
13:16, 13:17, 14:9, 14:11, 15:2, 16:2, 19:20, 20:4
Mes, messen μάχαιρα*
6:4, 13:10, 13:14 (6:4 tweede zegel, tweede kairos)
Mes, slag van, slag van zijn dood,*
13:3, 13:12, 13:14
Moseus μωσεῦς*
15:3
Naakt
3:17, 3:18, 16:15, (17:16)
Naam van mijn vader, Naam van mijn god
3:12, 14:1
Naar beneden gaat, boodschapper* (Christos)
10:1, 18:1, 20:1
Naar beneden gaat, hagel*
16:21
Naar beneden gaat, lasteraar*
12:12
Naar beneden gaat, stad* (Nieuw Jeroesalem)
3:12, 21:2, 21:10
Naar beneden gaat, vuur*
20:9, 13:13
Nieuw Jeroesalem, de stad de heilige
zie: Stad, de heilige, het nieuwe Jeroesalem...
Offeraltaar*
6:9, 8:3, 8:5, 11:1, 14:18, 16:7
Offeraltaar, gouden*
8:3, 9:13
Omega Ω*
1:8, 1:11, 21:6, 22:13
Omega, Alpha en de*
1:8, 1:11, 21:6, 22:13
Onmetelijkheid*
9:1, 9:2, 9:11, 11:7, 17:8, 20:1, 20:3
Ontucht*
2:14, 2:20, 2:21, 9:21
Ontucht van ontuchtpleegster*
14:8, 17:2, 17:4, 18:3, 18:9, 19:2
Ontuchtplegers*
21:8, 22:15
Oor οὖς*
2:7, 2:11, 2:17, 2:29, 3:6, 3:13, 3:22, 13:9
Oordelen κρίνω, zie ook: Beoordelingen, beoordeling*
6:10, 11:18, 16:5, 18:8, 18:20, 19:2, 19:11, 20:12, 20:13
Oordelen in rechtvaardigheid*
19:11
Oordelen van de doden*
11:18, 20:12, 20:13
Oordelen van gevestigden op de Grond door Christos*
6:10, 16:5
Oordelen van ontuchtpleegster*
18:8, 18:20, 19:2
Opdrachten van God*
12:17, 14:12, 22:14
Op-kennen ἀναγινώσκω*
1:3, 5:4
Overdag en ’s nachts
4:8, 7:15, 12:10, 14:11, 20:10
Overwinnen νικάω*, zie ook specifiek: Die overwint
2:7, 2:11, 2:17, 2:26, 3:5, 3:12, 3:21, 5:5, 6:2, 11:7, 12:11, 13:7, 15:2, 17:14, 21:7
Overwinning is door het bloed van het lammetje
12:11
Ouderen vielen*
4:10, 5:8, 5:14, 7:11, 11:16, 19:4
Papyrus van de profetie*
1:3, 1:11, 19:10, 22:7, 22:9, 22:10, 22:18, 22:19
Platbranden κατακαίω*
8:7, 17:16, 18:8
Platgebrand, bomen*
8:7
Platbranden, ontuchtpleegster*
17:16, 18:8
Priesters ἱερεύς*
1:6, 5:10, 20:6
Profetie, deze* zie ook: getuigenverklaring, woord van God, opdrachten, kledingstukken, bewaken
1:3, 19:10, 22:7, 22:10, 22:18, 22:19
Profetie, geest van deze*
19:10
Rechtshandelingen δικαίωμα*
15:4, 19:8
Rechtvaardige, als eigennaam van Christos*
16:5
Rechtvaardige beoordelingen*
16:7, 19:2, (15:3)
Rechtvaardige wegen*
15:3
Rechtvaardigheid δικαιοσύνη*
19:11
Rechtvaardig iemand, rechtvaardige*
22:11
Riet*
11:1, 21:15, 21:16
Rijken*
6:15, 13:16
Rook van de foltering van die het merk nemen*
14:11
Rook van monden van paarden*
9:17, 9:18
Rook van ontuchtpleegster*
18:9, 18:18, 19:3
Rook van de put van de Onmetelijkheid*
9:2, 9:3
Rook van reukwerken*
8:4
Rook vanuit Gods glorie*
15:8
Schalen, reukwerken, gebeden van heiligen, slagen, de uitersten*
5:8, 15:7, 16:1, 16:2, 16:3, 16:4, 16:8, 16:10, 16:12, 16:17, 17:1, 21:9
Sikkel*
14:14, 14:15, 14:16, 14:17, 14:18, 14:19
Slaaf, Joannes*
1:1
Slaaf, Moseus*
15:3
Slaan, zich zelf*
1:7, 18:9
Slachtofferen σφάζω*
5:6, 5:9, 5:12, 6:4, 6:9, 13:3, 13:8, 18:24
Slachtofferen door het woord en de getuigenverklaring*
6:9, 18:24
Slachtofferen, elkaar op de Grond*
6:4
Slachtofferen hoofd van beest*
13:3
Slachtofferen lammetje*
5:6, 5:9, 5:12, 13:8
Slag πληγή, zie ook: Slagen*
11:6, 13:3, 13:12, 13:14, 16:21
Slag van de dood van het eerste beest door mes*
13:3, 13:12, 13:14
Slag van de hagel*
16:21
Slag, slagen van twee getuigen*
11:6
Slagen πληγή, zie ook Slag*
9:20, 15:1, 15:6, 15:8, 16:9, 18:4, 18:8, 21:9, 22:18
Slagen gegeven aan ontuchtpleegster*
18:4, 18:8
Slagen van de ruiters
9:20
Slagen, de zeven, de uiterste, in de zeven schalen*
15:1, 15:6, 15:8, 16:9, 21:9
Slang die van het begin, de archaische
12:9, 20:2
Slaven, 144 duizendtallen verzegelen*
7:2, 7:3, 7:4, 7:5, 7:6, 7:7, 7:8
Slaven, de profeten zijn*
(2:20, 7:3,) 10:7, 11:18, (19:2, 19:5, 22:3, 22:6)
(10:7, 11:18 zevende trompet, eerste kairos)
Slaven, tegenover vrije mensen*
6:15, 13:16, 19:18
Slaven, zijn*
2:20, 7:3, 19:2, 19:5, 22:3, 22:6
Snaarinstrumenten, gitaren, snaarmuzikanten*
5:8, 14:2, 15:2
Snaarmuzikanten, Babyloon*
18:22
Snaarmuzikanten van de ontuchtpleegster*
18:22
Stad, de heilige, het nieuwe Jeroesalem, dat naar beneden gaat, gereed gemaakt als een bruid, de geliefde*
3:12, (11:2,) 20:9, 21:2 t/m 22:5, 22:14, 22:19
Stad, de grote, Sodoma, Egypte, waar ook onze Meester toen aan een paal gehecht werd, tiende van de stad bij beving*
(spreekt men over Jehsoe als Meester, dan: oud Jeroesalem; spreekt men over de opvolger van Jehsoe, dus Petros, dan: Rome)
11:8, 11:13
Stad, de grote, de sterke, Babyloon, ontuchtpleegster, gewerd in drie delen bij beving, koninkrijk over de koningen van de Grond, omkleed met fijn-linnen en purper en scharlaken en verguld met goud en hoogwaardige stenen en parels, waardoor handelaren en farmacie en zeevaarders rijk waren, werd in een dag in een plotselinge-beweging verwoest en zal niet meer gevonden worden* (Rome, Vaticaan)
14:8, 14:20, 16:19, 17:1 t/m 19:3 (16:19 Babyloon drinkt van de wijn van Gods boosheid, dus daar komt de kuip)
Steentje, wit*
2:17
Sterren, ster ἀστήρ
1:16, 1:20, 2:1, 2:28, 3:1, 6:13, 8:10, 8:11, 8:12, 9:1, 12:1, 12:4, 22:16
Ster brandend als een fakkel*
8:10, 8:11
Sterren, corona van twaalf*
12:1
Ster, de vroege, in-de-vroege-morgen*
2:28, 22:16
Sterren geslagen*
8:12
Sterren, ster vallend*
9:1, (6:13,) 12:4 = 12:9 Satanas
Sterren, zeven = zeven boodschappers van de bijeenkomsten
1:16, 1:20, 2:1, 3:1
Ster uit de Oeranos,
Boodschapper van de put, [fout]
het beest dat omhoog gaat uit de Onmetelijkheid, [fout]
Abaddoon, Apolluoon, Muis, Koning Kaas (Koning van Turos), [fout]
Grote vuurrode draak met zeven hoofden en tien hoorns en op hun hoofden zeven diademen.
Oude slang, Satan,
9:1, 9:11, 11:7, 12:3, 12:9, 12:10, 12:12, 12:13,
Sterke ἰσχυρός*
5:2, 10:1, 18:8, 18:10, 18:21, 19:6, 19:18
Sterke boodschapper*
5:2, 10:1, 18:21
Sterke donderslagen*
19:6
Sterke Meester God*
18:8
Sterke stad Babyloon*
18:10
Sterken, vlees van*
19:18
Tekenen van het beest, geesten van demonen, tekenen nep-profeet om te doen dwalen
13:13, 13:14, 16:14, 19:20
Tellen, niet kon ἀριθμέω*
7:7
Tempel*
3:12, 7:15, 11:1, 11:2, 11:19, 14:15, 14:17, 15:5, 15:6, 15:8, 16:1, 16:17, 21:22
Thanatos, dood gepersonificeerd θάνατος*
1:18, 6:8, 9:6, (12:16,) 20:13, 20:14
Trompetten (werkwoord)*
8:6, 8:7, 8:8, 8:10, 8:12, 8:13, 9:1, 9:13, 10:7, 11:15
Trompetters*
18:22
Tronen*
4:4, 11:16, 20:4
Troon θρόνος*
1:4, 2:13, 3:21, 4:2, 4:3, 4:4, 4:5, 4:6, 4:9, 4:10, 5:1, 5:6, 5:7, 5:11, 5:13, 6:16, 7:9, 7:10, 7:11, 7:15, 7:17, 8:3, 11:16, 12:5, 13:2, 14:3, 14:5, 16:10, 16:17, 19:4, 19:5, 20:4, 20:11, 21:5, 22:1, 22:3
Troon in de Oeranos*
4:2, 4:3, 4:4, 4:5, 4:6, 16:17 dus alle tronen in enkelvoud met één of meerdere gelijke eigenschappen is de troon in de Oeranos
(16:17 troon is in de tempel in de Oeranos)
Troon van God, zie ook: Troon van mijn vader, Witte troon*
12:5, 22:1, 22:3
Troon van mijn vader, zie ook: Troon van God, Witte troon*
3:21
Troon, witte*
20:11
Trouw πίστις*
2:13, 2:19, 13:10, 14:12
Trouw van Christos*
2:13, 14:12
Trouw van heiligen*
2:19, 13:10
Trouwe πιστός*
1:5, 2:10, 2:13, 3:14, 17:14, 19:11, 21:5, 22:6
Trouwe Christos*
1:5, 3:14, 19:11
Trouwe mensen*
2:10, 2:13, 17:14
Trouwe woorden*
21:5, 22:6
Tussen-de-ogen, zegel van God, naam van de vader*
7:3, 9:4, 14:1, 22:4
Tussen-de-ogen, ingegrift merk van het beest*
13:16, 14:9, 20:4
Tussen-de-ogen van de ontuchtpleegster*
17:5
Uitdrogen
11:6, 14:15, 16:12
Uiterste ἔσχατος*
1:11, 1:17, 2:8, 2:19, 15:1, 21:9, 22:13
Uiterste, eerste en de*
1:11, 1:17, 2:8, 22:13
Uiterste, slagen*
15:1, 21:9
Uiterste werken*
2:19
Vaartuig, vaartuigen*
8:9, 18:17, 18:19
Vader πατήρ*
1:6, 2:27, 3:5, 3:21, 14:1
Van het leven, bron van het water, water van leven*
7:17, 21:6, 22:1, 22:17
Van het leven, corona*
2:10, 3:11
Van het leven, hout*
2:7, 22:2, 22:14
Van het leven, geschrift, papyrus*
3:5, 13:8, 17:8, 20:12, 20:15, 21:27, 22:19
Veranderen van denken van de mensen
9:20, 9:21, 16:9, 16:11
Veranderen van denken als oproep aan de zeven bijeenkomsten
2:5, 2:16, 2:21, 2:22, 3:3, 3:19
Verzegelen, er-op- κατασφραγίζω*
5:1
Verzegelen Onmetelijkheid*
20:3
Verzegel die dingen van de donderslagen*
10:4
Verzegel niet*
22:10
Voetkus aan God, die op de troon, levend tot in de aionen...*
4:10, 5:14, 7:11, 11:1, 11:16, 14:7, 15:4, 19:4, 19:10, 22:9
ook: 5:11, 7:4, (vier levende wezens, vierentwintig ouderen, ontelbaren van ontelbaren, duizenden van duizenden boodschappers)
Voetkus aan boodschapper door Joannes*
19:10, 22:8
Voetkus aan demonische dingen*
9:20
Voetkus aan het beest*
13:4, 13:8, 13:12, 14:9, 14:11, 20:4
Voetkus aan het evenbeeld van het beest*
13:15, 14:9, 14:11, 16:2, 19:20, 20:4
Voetkus door vereniging van Satanas*
3:9
Volharding*
1:9, 2:2, 2:3, 2:19, 3:10, 13:10, 14:12
Voorzeggen, aan boodschappers*
9:4
Voorzeggen, over geslachtofferden met witte gewaden*
6:11, 7:14
Voorzeggen, over ontuchtpleegster*
17:7, 19:3
Waken als: niet slapen γρηγορέω (zie ook Bewaken, als: toezicht houden)*
3:2, 3:3, 16:15
Want ik getuig mee
1:3, 10:8 t/m 10:10, 19:10, 19:13, 22:18
Wat de Geest zegt aan de bijeenkomsten*
2:7, 2:11, 2:17, 2:29, 3:6, 3:13, 3:22
Wateren, als geluid van veel wateren* stem van Christos, lammetje, Meester
1:15, 14:2, 19:6
Wateren, boodschapper van*
16:5
Water van de Euphraat droogt op*
16:12
Wateren gewerden bloed <er zijn er meer ook met de zee!>
16:4
Wateren tot in bloed kunnen draaien*
11:6
Wateren gewerden bitter*
8:10, 8:11
Wateren, ontuchtpleegster zit bij*
17:1, 17:15
Water van leven*
7:17, 21:6, 22:1, 22:17
Water uit de mond van de draak* zijn volken en gepeupel, en naties en tongen, zie 17:15
12:15
Wee wee wee*
8:13, 9:12, 11:14, 12:12
Weeën*
12:2
Wee Babyloon*
18:10, 18:16, 18:19
Wegen, weg ὁδός*
15:3, 16:12
Wie is gelijk*
13:4, 18:4
Wijn en olijfolie als koopwaar* (derde zegel, derde kairos)
6:6, 18:13
Wijn van de boosheid van ontucht van Babyloon de ontuchtpleegster*
14:8, 17:2, 17:4, 18:3
Wijn van Gods boosheid in de drinkbeker van zijn woede, vanuit de grote kuip van Gods boosheid*
14:10, 14:19, 16:19, 19:15 zie ook: Boosheid, woede van God en lammetje
Wit, Witte λευκός, wit maken λευκαίνω*
1:14, 2:17, 3:4, 3:5, 3:18, 4:4, 6:2, 6:11, 7:9, 7:13, 7:14, 14:14, 19:11, 19:14, 20:11
Wit maken*
7:14
Wit paard*
6:2, 19:11
Wit steentje*
2:17
Wit en rein fijn-linnen, zie ook: witte gewaden, zie ook: witte kledingstukken*
19:14
Witte, even als wol, als sneeuw*
1:14
Witte gewaden*
6:11, 7:9, 7:13, 7:14
Witte haren*
1:14
Witte kledingstukken, gewaden, fijn-linnen*
3:4, 3:5, 3:18, 4:4, 6:11, 7:9, 7:13, 7:14, 19:14
Witte kledingstukken,*
3:5, 3:18, 4:4
Witte paarden*
19:14
Witte troon, zie ook: Troon van God, Troon van mijn vader*
20:11
Witte wolk*
14:14
Wolk, Wolken, komend (en gaand) met*
1:7, 10:1, 14:14, 14:15, 14:16, (11:12)
Woorden, betrouwbare, trouwe*
19:9, 21:5, 22:6 (koppelt de identiteit van de tonende boodschapper met Christos, Christos is deze boodschapper. 22:7 "Ik kom haastig" koppelt Christos aan deze boodschapper.)
Woorden van de profetie, van dit geschrift, van dit papyrus*
1:3, 22:7, 22:9, 22:10, 22:18, 22:19
Woord van God*
1:2, 1:9, 6:9, 19:13, 20:4
Wreken ἐκδικέω*
6:10, 19:2
Zee, glazen*
4:6, 15:2
Zeer-zéker*
1:7, 14:13, 16:7, 22:20
Zegel van de Levende God, zie ook: Slaven, 144 duizendtallen verzegelen*
7:2, 9:4
Zegels σφραγίς*
5:1, 5:2, 5:5, 5:9, 6:1, 6:3, 6:5, 6:7, 6:9, 6:12, 7:2, 8:1, 9:4
Zegels, zeven*
5:1, 5:2, 5:5, 5:9, 6:1, 6:3, 6:5, 6:7, 6:9, 6:12, 8:1
Zegt de Geest*
14:13, 22:17
Zenit, hoogste middelpunt van het gewelf van de Oeranos*
8:13, 14:6, 19:17
Zij viel toen, zij viel toen*
14:8, 18:2
Zon
6:12, 7:16, 8:12, 9:2, 12:1, 16:8, 19:17
Zon, geen gebrek
21:23, 22:5
Zon, aanblik zoals
1:16, 10:1
Zwaard, -groot-breed, -grote-brede*
1:16, 2:12, 2:16, 6:8, 19:15, 19:21