Toelichting bij de Onthulling van Joannes (traditioneel: Openbaring van Johannes)

Hieronder staat een toelichting op de Onthulling van Joannes (traditioneel wordt die de Openbaring van Johannes genoemd). Deze toelichting is geschreven door Vertaler Vincent van Christos.nl

Om de Onthulling van Joannes (traditioneel genoemd: Openbaring van Johannes) hier en nu in het geheel uit te leggen, daar is nu even te weinig tijd en mogelijkheid voor. Daarbij komt, dat als ik u hier alles ga uitleggen, u uit ongeduld uiteindelijk iets anders gaat doen. Dat zou jammer zijn, want u zult daarmee niet alleen belangrijke informatie mislopen, maar ook de boot missen.. Belangrijk is om een aantal gereedschappen aangereikt te krijgen, om zo zelf door de tekst van de profetie te ploegen, zodat u nu goed voorbereid deze laatste dagen door zal gaan.

Let op: Stel het niet meer uit.

Houdt u er tijdens het lezen van deze toelichting alstublieft rekening mee, dat ik maanden door de profetische teksten heen gegaan ben. Hele dagen, en zo maanden achtereen. Ik heb het vertaald en dus uiterst intensief mee aan het werk geweest. Ik weet niet meer precies wat ik eerst ontdekte en wat daarna. Voor u zal het overkomen alsof ik het snel uit de mauwen schudt, maar het is het resultaat van maanden onderzoek, al las ik de tekst de afgelopen twintig jaren ook graag. Maar dankzij het letterlijk vertalen is er pas echt schot in de zaak gekomen. U heeft dus het resultaat van intensief werk in handen en hoeft alleen de vruchten ervan te plukken. Doe er uw voordeel mee.

In de onderstaande tekst, vermeld ik bepaalde cijfers, als bijvoorbeeld: 1:1. Dat betekend dan een verwijzing naar de tekst die in de Onthulling van Joannes staat bij vers 1 van hoofdstuk 1. Gezien ik speciaal voor gemakzuchtige mensen als ik zelf in het bestand van de profetie bij ieder vers op gelijke wijze hoofdstuk en versnummer vermeld, kunt u bijvoorbeeld “1:1” gewoon in uw zoekfunctie van uw leesprogramma zetten en dan zult u met een druk op de knop bij het genoemde vers zijn. Ik vind het geweldig van mezelf dat ik dat zo geregeld heb! ;-)

Dan nog een laatste huishoudelijke mededeling: Pak er ALTIJD pen en papier bij. En gebruik ze. Maak notities, want u gaat daardoor veel meer verbanden zien. Dit wat u gaat lezen was onmogelijk zonder pen en papier. U gebruikt ook uw geheugen op een andere en veel diepere manier als u dingen gaat opschrijven. Lees het ook na, nadat u het met de hand heeft opgeschreven. U zult er geen spijt van hebben als u dit advies direct en op deze manier gaat opvolgen.

Dan gaan we nu beginnen!

Wat is het doel van deze profetie?

Joannes profeet, van de Onthulling van Joannes, schrijft dat het geschrift zowel informeert over dat wat komen gaat, maar ook dat door het lezen de “slaven zullen geworden” (1:1). Dit komt overeen met wat Jehsoe zegt in (evangelie van) Joannes 15:8:

In dat werd toen mijn vader geëerd,
dat jullie veel vrucht zouden dragen,
en leerlingen van mij geworden.
(Christos Vertaling)

Geworden betekend dat iets “in-bestaan” komt. Het was er eerst niet,
dan komt het vanuit een “niet-zijn” in een “zijn”.

Zoals in de parabelen (of gelijkenissen) de tekst van de profetie, als een zaad dat ingezaaid wordt. Wanneer het steeds bijgezaaid wordt, zal Christos met vadergod in u gaan wonen. En ja, dan kunt u vragen wat u wil en u zult het krijgen... Dus op die manier zult u het Koninkrijk van God vinden. Maar dan moet u steeds dagelijks – liefst meerdere malen per dag – bijzaaien, zodat als zorgen en andere dingen het zaad bij u weghalen, u nog genoeg blijft hebben, om het zaad tot een volwassen boom te laten worden, die uiteindelijk niet meer weggaat.

Zover mij bekend is het bovenstaande nog niet eerder gedaan, terwijl het zo voor de hand ligt.
Voor wie daar interesse in heeft, raadt ik van harte aan het Parabelen Boekje te downloaden.

Hoe zit deze profetie in elkaar?
Als u de profetie één of meerdere keren snel doorgelezen heeft, zal deze een rommelige indruk maken. Alles vernietigende aardbevingen die herhalen, catastrofale oorlogen, natuur die compleet verwoest wordt en vervolgens beschermt wordt, de zee die verziekt wordt en volgens niet verziekt mag worden, meermalig gigantische hagelstenen... In elk geval maakt het een verwarrende indruk.

De profetie is het best te zien als een montage-tafel voor video-montage. Nu begrijp ik dat niet iedereen daar ervaring mee heeft. Laat ik het zo uitleggen: Als u een speelfilm of documentaire gaat maken, dan moet u van verschillende kanten videobeelden maken. Soms van de linkerkant, soms van de rechterkant, dichtbij en ver weg. Bij een reportage van bijvoorbeeld een optreden of concert, wilt u soms beelden van het podium, maar misschien ook wat er tijdens het concert achter de schermen gebeurt.

Zodra u alle videobeelden met de camera gefilmd heeft, dan werd heel vroeger de filmrol van de camera gehaald en met een schaar geknipt en geplakt (met plakband) aan een tafel. Daarna werd de film weer op de rol gezet en afgespeeld. Tegenwoordig gaat dat anders. Dan wordt de hele film ingeladen in de computer. Dan is het knippen en plakken digitaal. Als de film dan klaar is, dan drukt u op “exporteren” en komt de film in een bestand, of op een schijf of u zet het op internet.

Het monteren gebeurt tegenwoordig op een tijdlijn in de computer. U kunt dan stukjes film boven elkaar zetten en zo in elkaar laten overgaan. Geluid kan ook in verschillende lagen ingevoerd worden. Zo is ook deze profetie. Het zijn allemaal beelden van ongemonteerd filmmateriaal.

Tijdens het monteren van film, is het handig om alle stukjes film een naam te geven, zodat u tijdens het knippen en plakken weet waar alles over gaat. Het is altijd veel materiaal en moeilijk om goed overzicht te houden. Dit zijn een soort etiketjes of labels. Vaak met korte woorden om te weten waar het over gaat. Later tijdens het knippen en plakken is er snel overzicht en kan de film zo in elkaar gezet worden.

Het gevoel wat u dan vooraf aan het monteren heeft, komt helemaal overeen met het gevoel dat u heeft als u de Onthulling van Joannes gelezen heeft. Wat gebeurt hier en hoe maken we hier een logisch verhaal van?

De profeet Joannes heeft ook gebeurtenissen gezien op verschillende manieren. Hij heeft dingen gezien op symbolische wijze, maar die gaan over dingen die daadwerkelijk zouden gaan gebeuren. De ene keer zag Joannes het zó, dan weer zó en hij heeft het opgeschreven.

Ieder fragment heeft Joannes voorzien van bepaalde woordjes die steeds terugkomen. Vaak zijn het letterlijk dezelfde woorden, soms verteld gezond verstand dat bepaalde zaken bij elkaar horen.

Het is te vergelijken met de labels die men aan de korte stukjes film geeft vooraf aan de montage.

Gedurende de loop van gebeurtenissen, krijgt iets of iemand soms een ander label, zoals ook gebeurt bij bijvoorbeeld de “nep-profeet” die eerder nog één van de beesten was. Maar, om dit dan duidelijk te maken, wordt er het label “tekenen om de mensen te doen dwalen” aan gehangen.

Het is die gene tekenen doet om zij die op het aardoppervlak gevestigd zijn te doen dwalen. En zo weet de oplettende lezer – hij die pen en papier gebruikt – dat het hier om één en dezelfde figuur gaat. Alleen dan kan de lezer het verhaal goed blijven volgen. De rest geeft het op en gooit de spreekwoordelijke handdoek in de spreekwoordelijke ring.

Laten we het bovenstaande voorbeeld eens nakijken, zodat u een beeld kunt krijgen hoe het ongeveer werkt:

De nep-profeet wordt genoemd in 16:13 en 19:20 en 20:10.
Dan weten we niet wie deze nep-profeet is of dat het iemand is die al eerder genoemd is. Geen idee.
In 19:20 staat vermeld dat de nep-profeet die gene is die de tekenen deed, die de mensen deed dwalen. Dus ik kijk even terug in de tekst... Dan zie ik bij 13:12 en 13:13 dat er iemand is die tekenen doet die de mensen doet dwalen. Ook doet deze vuur uit de Oeranos neerkomen. In 13:11 wordt een beest genoemd met twee hoorns, dat lijkt op het lammetje, maar praat als (de) draak.
De versen die daarop volgen (13:12 en 13:13) worden door het Griekse "kai" dat - "en/ook" betekend - aan elkaar geregen. Er staat dus: En die doet dit. En die doet dat. De nep-profeet is dus het Grondbeest. Dit was even een voorbeeld, om u even warm te krijgen voor deze ontspannen denksport. Ik zeg u: het is alleen moeilijk als u geen pen en papier gebruikt.

Zo is de profetie verandert in een simpele puzzel die iedereen kan maken, mits u natuurlijk pen en papier gebruikt en een klein beetje gezond verstand. Ook hoeft u niet bijster intelligent te zijn. Er is ook geen speciale opleiding of veel scholing voor nodig. Maar wel een letterlijke vertaling van deze profetie, maar gelukkig is die er nu dan toch gekomen! Het moet namelijk letterlijk vertaald zijn om alle labels nauwkeurig te kunnen herkennen.

Hoe is deze profetie ingedeeld?
De profetie heeft een groffe indeling. Die zal ik nu beschrijven. Ik zal alles verder uitleggen, maar neem het onderstaande zeker even over in uw notities:

Tijdsmomenten indeling, de kairoi:
7 zegels,
7 vliegende boodschappers,
7 trompetten,
7 gietschalen.

Ook 7 donderslagen, maar die vallen niet onder de kairoi.

Paralel profetieën:
- Meten van de tempel,
- Twee getuigen,
- Vrouw en de draak (A,B,C,D),
- Beest uit de Zee (A,B,C),
- Grondbeest en gegriften,
- Armageddon,
- Grote ontuchtpleegster

enzovoort...

Dan nu de beloofde uitleg van het bovenstaande. Ik ga er nu vanuit dat u de hele profetie al eens een keer gelezen heeft en met stomheid geslagen bent. Qua uitleg begin ik nu bij het zesde hoofdstuk. (Ik kom terug op de eerdere hoofdstukken, maar ik geef eerst een kort overzicht.)

Er zijn twee soorten profetieën in de Onthulling van Joannes:
– die een tijdsindeling volgen,
– en korte verhaaltjes die we nu paralel profetieën zullen noemen.

De profetieën die een tijdsindeling volgen zijn ingedeeld in drie tot vier partijen van ieder zeven perioden. Deze perioden worden in het Grieks kairos genoemd. In 12:14 staat ook het Griekse meervoud voor kairos vermeld, namelijk: kairoi. Het zijn geen exacte tijdsmomenten als uren, dagen, maanden of jaren, maar zijn te vergelijken met: een moment van zaaien en een moment van oogsten. De exacte tijd waarop het zal gebeuren, weten we niet, maar kijkend naar bepaalde zaken, weten we dat het cruciale moment daar is.

  • Wat nu in deze uitleg niet belangrijk is – maar wel goed te weten – is dat in het geval van 12:14 de dieënhalve kairos gelijk is aan 1.260 dagen. De vrouw van 12:13 is zoals u mogelijk zult opmerken, dezelfde als in 12:6. De vrouw gaat ook naar een verlaten plaats om gevoed te worden. In andere tekst gedeeltes wordt de 1.260 dagen ook gekoppeld aan 42 maanden. Vlak vóór aanvang van het tweede kairos gaat deze vrouw naar de verlaten plaats, dat weten we mede, omdat er een terugkomst is in het zesde kairos (zie: de witte paarden en vogels). Maar dat zult u beter begrijpen, zodra u deze toelichting helemaal uitgelezen heeft.


De profeet heeft vier series met ieder zeven tijdsmomenten in de profetie vermeld. Beginend met zegels van een speciaal document. Iedere keer als er een zegel open gaat, wordt er een nieuw tijdsmoment getoond. Zo ook bij het blazen van krijgstrompetten, het legen van gietschalen, maar ook bij een serie van boodschappers die de tempel uitvliegen.

Laten we er snel doorheen wandelen:

De zegels vertegenwoordigen ieder een bepaald moment met een bepaalde gebeurtenis, waardoor alles steeds erger lijkt te worden. De eerste vier zegels worden ook wel de Ruiters van de Apocalyps genoemd. Bij het vijfde zegel krijgt de lezer een kijkje in de Oeranos en zien we de zielen van hen die tijdens de eerdere gebeurtenissen gedood zijn. Vervolgens is bij het zesde de Oeranos open aan het gaan met een allervernietigende aardbeving. Bij het zevende zegel is er een zwijgen.

Vervolgens is er wéér een allesvernietigende aardbeving. Wees niet ongerust, want als u straks klaar bent met lezen, kunt u alles een plaats geven.

Daarna worden er reukwerken en schalen voorbereid. Boodschappers stellen zich op met trompetten.

Dan volgt er weer een serie van catastrofale gebeurtenissen en iedere niewe periode verbeeld door een strijdtrompet. Nu is er wat vreemds aan de hand, want het begint nu met hagel (8:7). Dit was eerder te lezen bij het zesde zegel. Ook was dit bij de allesvernietigende aardbeving te lezen van na het zevende zegel. Vervolgens valt er “als een hele grote berg” (8:8) in de zee. Daarna valt er een ster als een brandende fakkel (8:10). Nu is tijdens het vertalen van de Griekse grondtekst, te lezen in diverse woordenboeken, dat in het Grieks dat de zon ook wel “fakkel” genoemd wordt of er in elk geval veel mee te maken heeft.

Daarna wordt er beschreven dat de zon, maan en sterren geslagen (8:12). De beschrijving suggereert dat, zoals beschreven in het zesde zegel, alle hemellichamen naar beneden vallen, maar vervolgens moeten deze nog een klap krijgen. Tot hier laat ik even de trompetten voor wat het is.

Vanaf 14:6 worden er zeven vliegende boodschappers of engelen beschreven, die één voor één uit de tempel in de Oeranos komen vliegen en iets roepen of doen. Ik heb deze ieder een nummer gegeven en “vliegende boodschappers” genoemd, maar zoals u zelf kunt lezen, zijn ze oorspronkelijk ongenummerd. Achteraf blijken deze ook een serie van zeven periodes te vertegenwoordigen.

De laatste vliegende boodschapper roept dat de zeven gietschalen die voorbereid werden, dan uitgegoten moeten worden. Net als de trompetten zijn dit oordelen voor hen die op het aardoppervlak leven. De zeven donderslagen ga ik later op in. Zij zijn er om bepaalde zaken apart te omschrijven.

De bovenstaande perioden vertonen bepaalde overeenkomsten of thema's. Bijvoorbeeld:
– dingen die gebeuren met zon, maan en sterren (zesde zegel, eerste vier trompetten, vierde schaal),
– verduistering (vijfde trompet, vijfde gietschaal)
– strijd (tweede zegel, zesde trompet, en minder direct ook tweede boodschapper, zesde gietschaal),
– dood maken (vierde zegel, indirect ook vierde boodschapper)
enzovoort...

Tijdens het vertalen van de tekst beginnen de overeenkomsten extra op te vallen. Maar u kunt dankzij de letterlijke vertaling ook eenvoudig dezelfde conclusies trekken.

Dan kom ik even terug op de trompetten. Eerder beschreef ik een onlogische volgorde op te merken. Dit was niet alleen bij de zon, maan en sterren, maar ook bij het frisse groen. Dat wordt eerst in 8:7 compleet verbrand en even later mag in 9:4 mag het geen onrecht aangedaan worden.

De gedachte dat de volgorde van de trompetten in tegengestelde richting gebeuren was daarmee geboren.

Verde viel me iets anders op: Thematisch vertonen de trompetten een overlap met de gietschalen. Zo zijn de trompetten en gietschalen beide oordelen over het aardoppervlak. Maar ook hierin...
Zesde trompet / gietschaal: legers (als koningen van het Oosten en de geel-blauwe legers),
Vijfde trompet / gietschaal: duisternis, wonden (duisternis uit de put, wonden van sprinkhanen),
Vierde trompet / gietschaal: de zon (die de mensen met vuur brand, de hemellichamen die geslagen worden, waardoor dagcycli korter worden),
Derde trompet / gietschaal: de bronnen en rivieren (waarop de “fakkel” – de zon – valt en bitter worden, zij veranderen in bloed),
Tweede trompet / gietschaal: de zee (grote berg valt erin en die verandert in bloed),
Eerste trompet / gietschaal: hagel met bloed, grote wonden bij de gegriften.

Bij de laatste zie ik iets minder logische overeenkomst, want ik weet niet of een normaal iemand een twintig kilo wegende hagelsteen kan overleven... Het gaat er nu even om dat u begrijpt dat ik de sterke samenhang van de trompetten en gietschalen zag. Daar kwam bij dat bij 8:2 en 8:3 de trompetten en gouden schalen gelijktijdig in beeld komen, zie ook: 5:8, 15:7, 16:1.

Dan de zegels en de vliegende boodschappers. Het leek mij interessant om daar op gelijke wijze naar te kijken...
Tweede zegel / boodschapper: geen directe overeenkomst,
Derde zegel / boodschapper: voedselprijzen – slavenjuk – merkteken waarmee gekocht kan worden,
Vierde zegel / boodschapper: geen directe overeenkomst,
Vijfde zegel / boodschapper: geen directe overeenkomst,
Zesde zegel / boodschapper: Gods boosheid

Nu is er toch op deze manier een samenhang tussen de vierde en vijfde zegels / boodschappers. Maar wel een indirecte. Immers, het weigeren van het merkteken bij de derde, resulteert in een sterven bij de vierde of vijfde. Het sterven om die reden wordt als iets positiefs beschouwt en zelfs als een goede oogst.

Ook het tweede zegel en de tweede boodschapper vertonen geen directe overeenkomsten. Maar pas later, uitwerkend in een tijdlijn met zegels en boodschappers met daar tegenover de trompetten en gietschalen, dan zijn zegel / boodschapper nummer twee ongeveer gelijktijdig met de zesde trompet / gietschaal, waardoor ze een gezamenlijke overeenkomst van “strijd” hebben.
Ze wekken de profetie in herinnering, waarbij natie tegenover natie gezet worden zoals die driemaal in de evangeliën voorkomt.

Tot dan, maakte ik voor mezelf de volgende notitie:

zegels                  1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7
boodschappers 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7

trompetten       7 | 6 | 5 | 4 | 3 | 2 | 1
gietschalen       7 | 6 | 5 | 4 | 3 | 2 | 1

Laat u nu niet wegblazen door alle informatie. Ik leg dit zo op deze manier aan u voor, zodat u later voor u zelf eens alles na kunt gaan en ook zelf puzzelen.

Dan zult u merken dat de zegels en boodschappers niet exact tegenover de trompetten en gietschalen geplaatst kunnen worden. De samenhang klopt dan niet helemaal en is een beetje scheef. De volgorde komt wel overeen.

De zegels en boodschappers sluiten dus niet goed aan op de trompetten en gietschallen. Nu wordt deze kloof overbrugd door de inhoud van de paralel profetieën. Dat zijn die verhaaltjes van Meten van de tempel, Twee getuigen, Vrouw en de draak, enzovoort. In die verhaaltjes staan zaken die direct of indirect verwijzen naar zaken in de zegels, boodschappers, trompetten en gietschalen.

Wie de paralel profetieën leest en notities maakt, zal opmerken dat een deel van die verhaaltjes uit verschillende tijdlijnen bestaan. Deze tijdlijnen zijn dankzij de verschillende sleutelwoorden en te herkennen gebeurtenissen naast elkaar te leggen in een grote tabel. Dat heb ik dan ook pogen te doen in een Paralel Tabel. Het idee was niet om hét perfecte overzicht te maken van het verloop van de laatste dagen, maar dat ik u er probeer toe aan te zetten er zelf één te maken.

Dan kom ik nu nog even kort terug op de reden van deze profetie...

In verschillende teksten is te lezen dat Jehsoe terug gaat komen, om zijn volk op te halen. Nu was het steeds de vraag, zelfs voor Jehsoe, wanneer... Daar werd de term “dief in de nacht” voor gebruikt, omdat het volk als het ware stiekem en onverwacht meegegraaid zal worden, als een dief dat zou doen. ...en zeer waarschijnlijk zal dat ook in de nacht gaan gebeuren. De Onthulling van Joannes geeft een zeer nauwkeurig beeld wanneer dat gaat plaats vinden, mits u alle tekenen herkent.

Deze “dief” staat in 16:15, geklemd tussen teksten die gaan over het samenbrengen vooraf aan de grote strijd. Dit maakt logisch te denken dat de schrijver, Joannes, zegt dat tijdens het “samen brengen naar de strijd” de “dief in de nacht” zal plaats vinden.

Er zijn geen directe verwijzingen naar dit tekstgedeelte. Wel lees ik:

bij het tweede zegel, dat de één de ander de keel zou afsnijden,
bij de tweede boodschapper de val van Babyloon of ontuchtpleegster,
bij de zesde trompet de geel-blauwe legers en de vier bij de Euphraat (die beiden doden),
bij de zesde gietschaal het opdrogen van de Euphraat voor de koningen uit het oosten.

Er zijn zover mij bekend geen andere teksten over “strijd onder de volken” in deze profetie. Wanneer u mijn eerdere gedachtegang heeft gevolgt, zult u misschien met mij zeggen, dat al deze zaken gaan over één grote strijd. En dat is dan de relatie met het “samen brengen naar de strijd” van 16:4 en 16:6.

Tijden in de profetie: verleden, heden, toekomst
Ieder detail in de profetie is belangrijk, om de gehele profetie van de Onthulling van Joannes (traditioneel genaamd: Openbaring van Johannes) te leren begrijpen. Als de tekst zeer letterlijk vertaald wordt, wordt een bijzonder gebruik van verleden tijd, tegenwoordige tijd en toekomstige tijd duidelijk zichtbaar. Soms lijkt het onlogisch en zelfs chaotisch, zoals bijvoorbeeld bij het verhaal van de Vrouw en de Draak, waarbij alle tijden door elkaar heen gebruikt worden.

Door pen en papier te gebruiken en dingen op te schrijven, wordt en blijft alles uiteindelijk duidelijk.

We beginnen bij het begin. Joannes schrijft in zijn Onthulling:

Ik verscheen toen “in geest” op de Dag van de Meester (1:10).

En Jehsoe zegt tegen Joannes: Schrijf in een geschrift: wat jij waar nam, dingen die nu zijn, en dingen die bestemd zijn na deze dingen (1:11b en 1:19).

Dit verteld exact het moment waar vanuit Joannes de zaken ziet. Hij is gebracht naar de Dag van de Meester. Dat zal dan ook het middelpunt van de profetie zijn, want hij moet opschrijven wat er dan gebeurt en daarvoor en daarna. De lezer moet niet denken dat het in de tijd van Joannes is – ongeveer zestien honderd vijftig jaar geleden en op het eiland Patmos – maar hij ziet vanuit een moment in de toekomst in de buurt van de troon van God in de Oeranos.

Telkens als u nu iets in de verleden tijd leest in de profetie, dan weet u: dit is vóór de Dag van de Meester. Leest u iets in tegenwoordige tijd: dan is het op de Dag van de Meester. En zo ook voor zaken in de toekomstige tijd: dan weet u dat het pas na de Dag van de Meester is. Het is goed om daar een notitie van te maken.

Wanneer is de Dag van de Meester?
Dan gaan we nu vaststellen wanneer de Dag van de Meester is.
Dat kon vastgesteld worden aan de hand van de tijden van werkwoorden: verleden tijd, tegenwoordige tijd en toekomstige tijd. Bijna de gehele profetie is in de verleden tijd geschreven, maar in het twintigste hoofdstuk wordt er in de toekomstige tijd geschreven. Dat is vanaf het aanbreken van de duizend jaar waarbij de Satanas opgesloten is.

Gedurende de rest van de profetie, verwijst profeet Joannes regelmatig naar de Dag van de Meester en spreekt dan in de tegenwoordige tijd. En hij verwijst naar wat er daarna is, door in de toekomstige tijd te schrijven. In het eerste stuk van de paralel profetie van de Vrouw en de Draak, wordt er gewisseld in de tijden. Om die puzzel op te lossen, kunt u het in een kleine tabel ordenen, of deze bijlage van de Paralel Tabel bekijken...

Al wilt u natuurlijk graag weten wanneer de Dag van de Meester zou zijn, ten aanzien van de tijdsmomenten (zegels, boodschappers, trompetten, gietschalen). Dat kan op basis van de donderslagen...

Donderslagen
Joannes krijgt stemmen van donderslagen te horen, maar mag niet opschrijven wat er gezegd wordt (10:3-4). Wat moeten ik daar nu mee?

Let op: In de profetie lezen we dat de Grond – het aardoppervlak – vijf keer getroffen wordt door een beving. En bij die bevingen verdwijnen de bergen en eilanden. Niet geheel logisch als dit vijf keer gebeurt. Want dan hebben we met hele hardnekkige bergen en eilanden te maken, die iedere keer weer terugkomen en vervolgens weer “weggebeefd” worden. Of: wellicht betreft het één en dezelfde beving, máár dan meermalig beschreven?

De eerste beving is rondom de zesde kairos – zesde zegel – waarbij het firnament van de Oeranos open scheurt en alle hemellichamen eronder naar beneden komen vallen (6:12). Ook is er talentgrootte hagel bij. Of dit nu de vallende sterren of edelstenen van het gewelf zijn, dat is niet duidelijk. De oplettende lezer zal bemerken dat in de profetie alle hemellichamen na gevallen te zijn, nog wel een keer vallen of uitdoven, of klappen krijgen, maar dat hebben we eerder besproken. We richten ons nu even op die aardbeving(en).

De tweede beving is bij de zevende zegel (8:5).

De derde beving is bij de zevende trompet (11:19).

De vierde beving is bij de zevende gietschaal (16:18), waarbij de grote stad in drieën gedeeld wordt.

In de paralel profetieën is er overigens ook een hele grote beving na de 1.260 dagen, waarbij een tiende van de grote stad valt en zevenduizend doden vallen (11:13).

Zoals ik eerder schreef, gebruikt de profeet ijkpunten of labels, om uiteindelijk de montage van gebeurtenissen op een tijdlijn enigszins mogelijk te maken. Labels worden dubbel of vaker gebruikt, om bij elkaar te zoeken en uiteindelijk aan elkaar te lijmen.

Laten we dit even praktisch toepassen:

Bijvoorbeeld bij enkele van die bevingen: stemgeluiden + bliksems + donderslagen (8:5) dan hoort dat zéér waarschijnlijk bij een gebeurtenis met hetzelfde label (11:19 en 16:18).

Let op: Nu is de eerste keer dat we lezen over deze zaken in het begin bij de troon van God (4:5). Daar lezen we waar die donderslagen, bliksems en stemgeluiden vandaan komen. En dát moment is, zoals we in het begin lazen: De Dag van de Meester (1:10).

Laten we naar de donderslagen kijken:
Het woord “donderslagen” komt acht maal voor, waarvan de laatste keer (19:6): “zoals het (stem)geluid van donderslagen”. Dit betreft dus niet dé donderslagen zelf, maar een hemels popconcert met kitharen dat klinkt als blikseminslagen.

Dus de “donderslagen” zelf komen zeven keer voor, waarvan drie maal in het tiende hoofdstuk dat gaat over de sprekende donderslagen (10:3 en 10:4). Dan drie maal bij de bevingen, in combinatie met de stemgeluiden en bliksems (8:5 en 11:19 en 16:18). En één keer in het begin bij de troon van God.

De schrijver zegt: “de donderslagen hebben een stemgeluid van zichzelf” (10:3 en 10:4). Of zij nu daadwerkelijk gesproken hebben of niet, toch hebben zij dat. Want let op: Profeet Joannes heeft bij de eerste keer dat de beving beschreven wordt geen donderslagen, stemgeluiden en bliksems vermeld. Dat is bij het zesde zegel. Bij de andere drie keren wel. Daarmee lijkt Joannes de beving telkens te isoleren van de rest. Hij zet het apart. Hij zet de gebeurtenis van de beving in een apart pakket en plakt er een etiket op van: donderslagen + stemgeluiden + bliksems.

Hij knipt de beving als het ware los van de zevende zegel. Bij de zevende zegel ontstaat een half uur zwijgen in de Oeranos en dan klaar.

Hij knipt de beving los van de zevende trompet. Bij de zevende trompet wordt Christos gekroond (hij krijgt de voetkus, wat een symbolisch gebaar is om iemand als koning of god te erkennen) en daar houdt het op.

Hij knipt de beving los van de zevende gietschaal. Bij de zevende gietschaal wordt de laatste schaal in de lucht uitgegoten, waarna er uit de tempel klinkt: Het is volbracht. En dan houdt het op.

Dus wanneer is dan de Dag van de Meester?
Het is als de grootste aardbeving ooit plaats vind (11:19 en 16:18) nadat een boodschapper een schaal vult bij het altaar en dat naar het aardoppervlak werpt (8:3 en 8:4 en 8:5).
En het is het moment dat de naties woedend zijn (11:18) maar ook Christos woedend, zoals beschreven in de zesde tijdsperiode van de zesde zegel en zesde boodschapper. Ook is het moment dat de "wilsbeschikking" van God zichtbaar werd. Er staat: Testament, omdat het in het Grieks letterlijk "wil door het graf" betekend. Alleen in het vijfde hoofdstuk is er op de Dag van de Meester een speciaal document dat geopend wordt.
En het is als God zich herinnerd om een drinkbeker van zijn boosheid aan Babyloon of de grote ontuchtpleegster te geven (16:19). Dit laatste gebeurt pas aan het einde, omdat dan de drinkbeker klaar is. De wijn wordt in de zesde periode klaargemaakt in de perskuip (zesde zegel, zesde boodschapper). De vallende hagel (11:19 en 16:21) betreft zeer waarschijnlijk de hagel van de eerste trompet. Als u alle zaken uitwerkt op papier, dan merkt u dat dit allemaal op ongeveer het zelfde moment is.

Dus ik concludeerde daaruit dat:
- de donderslagen wijzen op wat op de Dag van de Meester gebeurt,
- én dat de Dag van de Meester plaats zal vinden ergens op of na de zesde periode, dus op of na het zesde zegel, de zesde boodschapper, ergens na de tweede trompet en de tweede gietschaal.

U zult opmerken aan de inhoudsopgave en de titeltjes die ik bij de profetie vermeld had, dat deze conclusie nog niet erin verwerkt is. Dat is ook niet erg. Dat geeft aanleiding voor u om nog eens alles rustig te bekijken. En wie weet wat u dan allemaal nog ontdekt. Ik hoop dat anderen dat van u op internet zullen lezen, of dat u er zelf voordeel van heeft, wellicht beide.

Tot zover mijn toelichting.

 

Nikolaïeten

De profetie las ik al twintig jaar geleden, toen ik nog in mijn tienerjaren zat, maar altijd las ik de profetie als dat die geschreven was door “Johannes de apostel”. Daarmee zei ik ook gelijk, dat de profetie geschreven was in de eerste eeuw van onze jaartelling, dus ergens tussen het jaar 50 en 100 in.

De brieven die door Joannes verstuurt worden aan de bijeenkomsten in zeven verschillende plaatsen, vertellen iets heel anders. Om te beginnen worden deze brieven alleen gestuurd, naar wat nu Zuidwest Turkije is. Als het tussen 50 en 100 geschreven zou zijn, dan zouden de problemen die erin beschreven worden ook meer in die tijd moeten passen. Het zou dan meer gaan over dat het onderwijs gericht zou moeten zijn op de geboden van Christos en niet meer op die van Elia en Moses, zoals mede in de verheerlijking op de berg werd aangekondigd. Daarbij de aanhoudende strijd met de Joden, die telkens de niet-Joden onder de Joodse wet willen brengen. In de situaties die in het begin van deze profetie beschreven staan, zijn er mensen die doen alsof ze Joden zijn en dan de bijeenkomsten te dwarsbomen.

Laten we teruggaan naar de troon. Rondom en in de troon zijn, als een klok, veel boodschappers (angelos), vier levende wezens en vierentwintig ouderen. Ouderen kunnen ook vertaald worden met: voorvaderen, oudsten. Het is een vergrotende trap van “oud”, dus letterlijk: ouder, en dan meervoud dus: ouderen. Dat zijn er vierentwintig. Dat is twee maal twaalf.

Aan het einde van de profetie wordt het nieuwe Jeruzalem beschreven als een gigantisch toestel dat naar beneden komt van tweeduizend bij tweeduizend bij tweeduizend kilometer. De profetie gaat uit van een Aarde als een pannenkoek, maar dan vierkant, en daar past dus zonder problemen deze geliefde stad op. De stad heeft twaalf poorten en iedere poort draagt een naam van één van de stammen van Israël. Ze zijn dus vernoemd naar de zonen van de aartsvader Jakoob. Dat zijn er dus twaalf.

De stad heeft twaalf fundamenten. En wie er moeite voor heeft genomen om eens te onderzoeken welke kleuren de edelstenen hebben, zal met gezond verstand ontdekken, dat het de kleuren van onze lucht zijn (overdag, bij zonsondergang, in de nacht en bij zonsopgang).
Maar let op: de materialen van de fundamenten verschillen per Griekse grondtekst en bij deze vertaling is gebruik gemaakt van de Textus Receptus van 1550 en van 1894 (die nu nóg wel nog vrij op internet te vinden zijn). Bij traditionele bijbelvertalingen zult u verschillende materialen lezen.

Dus twaalf edelstenen met de kleur van de lucht. Dat is niet vreemd, want het toestel komt vanuit de Oeranos. Het zal dus gebouwd zijn op de bovenkant van het firnament – dat is het grote hemelgewelf – zoals beschreven in Genesis I. Eerst is het firnament en toen het fundament gemaakt. Op het fundament het aardse leven en in het firnament – dat als een tent over het fundament gespannen is – de leefwereld van de goden. Ik verwijs daarmee ook terug op hoofdstuk dertien van de profetie, waarin de Oeranos en hen die daarin wonen geblasfemeerd en belasterd worden. Zij worden namelijk ontkent, door te zeggen dat de Abyss – de oneindige ruimte – niet onder het aardoppervlak, maar boven het aardoppervlak is. De Oeranos en hen die erin leven worden daarmee ontkent. Nog erger is dat zij die blasfemeren, er óók nog voor kiezen om planeten en andere zaken binnen hun projecten de namen van (Romeinse) goden te geven. Zij dragen de naam van een meervoud van een gezichtsopening in het Latijn, dat ook als spotnaam “wijsneuzen” gebruikt kan worden, namelijk: nas^a. Dat is niet wat ik denk, maar dit is wat de profetie beschrijft. Al heb ik over het bovenstaande geen standpunt, toch is het bijzonder dat bepaalde hemellichamen “planeet” genoemd worden, want dit betekend vanuit het Grieks namelijk: die doen dwalen, dwalers.

Maar goed. Ik ben af geweken, maar hopelijk tot ieders voordeel. Vergeet geen notities te maken! Het geheugen zal u in deze laatste dagen vaak in de steek laten!

We hadden het over de Nikolaïeten. Joannes stuurt brieven met andere problematiek, dan past bij de eerste eeuw. Om de troon zijn tweemaal twaalf ouderen. En gezien de profetie aan elkaar hangt van verwijzingen, zegt gezond verstand: de vierentwintig ouderen zijn de zonen van Jakoob en de twaalf leerlingen – later afgezanten (apostels) – van Christos Jehsoe. Als dat zo is, én als schrijver profeet Joannes ook “Johannes de apostel” zou zijn, dan zit die dus naar zichzelf te kijken. Dat is niet logisch. Profeet Joannes loopt er rond, heeft contact met de mensen en wezens die daar zijn en zelfs twee maal is er contact met die ouderen (5:5 en 7:13).

Ik heb eens de katholieke encyclopedie open gedaan, om mij eens te laten verrassen. Eerder gaven deze naslagwerken ook aan dat de profetie gewoon een rommeltje is en vooral niet gedacht moet worden dat deze vanuit een schema in elkaar geweven is. Dus dan begrijpt u nu vast met welk plezier ik nu eens op zoek ging naar een hint.

Nikolaas was een belangrijk figuur in de kerk, die ook betrokken was bij de vorming van de kerkelijke leer van Nicea. Die leer is niet lang om te lezen en vind u als u die plaatsnaam tezamen met “belijdenis” opzoekt. Daarin staat iets over één heilige geest, Jehsoe wordt als Christos uit een maagd geboren, en zo nog wat dingen. Het is handig als u die tekst opzoekt en opslaat, want dat gaat u later goed van pas komen.

Die plaats is een plaats in wat nu het westen van Turkije is, ergens bij een meer. In het Grieks heette het Nikaia, wat handig is om even op te schrijven. Dus we hebben een Nikolaas in Nikaia, wellicht is die plaats naar hem vernoemd. Wie weet. Mocht het allemaal een beetje vreemd klinken, dan kent u wellicht die kinderrover die kinderen naar Spanje rooft als ze stout waren, zoals het overigens een goed katholiek priester betaamt. Dat is deze zelfde man, al is, aldus deze encyclopedie, het karakter van deze man vermengt met een andere weldoener. Later is Spanje erbij gehaald. Maar we hebben het dus over Sinterklaas. Die overigens ook de beschermheilige van vele handelssteden, waaronder Amsterdam is geworden. De profetie lezend, over de ontuchtpleegster aan vele wateren, doet het allemaal levendig voor de ogen afspelen.

U zult nu misschien in een soort boze verwarring zitten. Dat herken ik. Want de profetie was toch van “Johannes de apostel” en het Nieuwe Testament is toch gevormd vóór het jaar 300? Het liefst in de eerste eeuw... En waarom moet er nu een Joannes zijn met een profetie van na het jaar 325?

Dat zou toch alleen logisch zijn, als de huidige kerk als een draak klaar zou zitten om heiligen die door het geschrift opgewekt worden te verslinden (12:4)? Of niet?

De tekst werd verzonden naar de zeven bijeenkomsten, waardoor het bewaard is gebleven en vervolgens opgenomen in canon. Wie het Nieuwe Testament gaat vertalen, zal bij een letterlijk vertalen – of hij wil of niet – enorme verschillen in schrijfstijlen, ook spelling en soms ook grammatica, vaak in één enkel bijbelboek ontdekken. Vreemd genoeg vinden we geen lappendeken in de profetie waar we het nu over hebben. Terwijl een evangelie uit misschien wel honderden lapjes tekst van naar het lijkt veel verschillende schrijvers bestaat. Soms komt een thema in zo een evangelie later terug, maar blijkt dat gewoon onderdeel te zijn van een tekst van het zelfde thema. Het is (on)bewust chaotisch gecomponeerd. Ik had zelf liever ook ontdekt dat het Nieuwe Testament een mooie harmonie was, maar hoe meer tijd ik eraan spendeer, des te meer ik leer dat het een grabbelton van korte tekstfragmenten is. Gelukkig is de profeet betrouwbaar gebleken, want niet alleen de beschreven gebeurtenissen zijn deels gebeurt en gebeuren nu, maar wie goed en rustig leest, zal net als ik ook en bevestiging bij zichzelf ervaren. Dit ontving ik twintig jaar geleden, toen ik er nog weinig van begreep, en tot vandaag de dag nog steeds.

 

Doe er uw voordeel mee!

Met een hartelijke groet van Vertaler Vincent